In de 15e eeuw werd ik gekaapt door de Portugezen. In de 16e eeuw namen de Britten het stokje van hen over om mij uiteindelijk te verliezen aan de Nederlanders. Het ge-pingpong stopte in de 18e eeuw en ik kwam binnen de Trans-Atlantische slavernij officieel onder het gezag van de Oranje Koning.
De inbreuk op mijn privacy had alles te maken met de groeiende welvaart in Europa. De behoefte aan consumptie van luxe(goederen) steeg en bracht oneerlijke handel met zich mee, waar mijn inheemse kinderen ongewenst deelgenoot van werden gemaakt. Dit mislukte door de overdracht van Europese ziektes en leidde de dood naar mijn eerst geborenen. De behoefte naar luxegoederen slonk niet en zo ontstond het idee om een driehoeksverhouding aan te gaan. Voor de Nederlanders brak “De Gouden Eeuw” aan. Deze bloeitijd bracht mij mijn West-Afrikaanse adoptiekinderen. Dit ging niet zonder slag of stoot. Strategisch zorgden de slavendrijvers voor onrust bij de biologische ouders en manipuleerden hen om tegen een fikse vergoeding burgeroorlog te voeren. Ze namen gevangenen aan om mee te geven aan de Trans-Atlantische mensenhandelaren. Eeuwen lang zijn er in mijn schoot gruweldaden tegen de mensheid gepleegd.
In 1863 werd de slavernij afgeschaft, maar de ex-plantage slaven werden pas in 1873 vrij onder staatstoezicht. Dat wilde zeggen dat de ex-slaven tien jaar lang verplichte loonarbeid moesten verrichten, zodat de plantagehouders en de regering opzoek konden naar nieuwe werkkrachten. Vanaf 1853 kreeg ik mijn Chinese, Hindostaanse en Javaanse stiefkinderen. Zij waren het alternatief op mijn adoptiekinderen. Zij mochten onder valse voorwendselen en een vijfjarig contract slavenarbeid verrichten voor de plantagehouders en de koloniale overheid. Rond 1939 nam de plantagelandbouw af. Al mijn kinderen namen nu vrijwillig plaats op mijn schoot. Allen claimden mijn moederschap maar niemand kon zich focussen op broederschap.
Toen de Tweede Wereld oorlog uitbrak veranderde er een hoop. Wij stelden ons thuis open voor onze Joodse neven en nichten die wilden vluchten. De Amerikanen kwamen, met toestemming van de Nederlandse regering in ballingschap, naar ons toe om een militaire basis te bouwen bij luchthaven Zanderij. Ze breidden de faciliteiten uit als een transport uitvalbasis voor het versturen van bevoorrading naar Engeland. Ook dankzij de bauxiet in mijn bodem kreeg de economische crisis een boost. De kinderen vertrokken vanwege de werkgelegenheid uit alle hoeken richting mijn hart, Paramaribo.
Mijn gezin heeft zoals je kunt lezen geen traditionele samenstelling. De drang naar erkenning heerste enorm en was een groot obstakel in de verbroedering. Vanuit de slavernij werden mijn Creoolse kinderen al grootgebracht met sociale verdeeldheid en dat hield nadien toch stand. Daar waar mijn Hindostaanse kinderen bang waren minder zeggenschap te hebben dan mijn adoptie kinderen, waren hun Javaanse broers en zussen gefocust op hun terugkeer. Vanaf 1958 kwamen mijn kinderen enigszins tot inzicht en hanteerde een verbroederingspolitiek. Helaas was dit van korte duur vanwege de niet inclusieve nationalistische ideeën en activiteiten die weer voor verdeeldheid zorgden. Mijn onafhankelijkheidsverklaring in 1975 droeg dan ook niet bij aan een stabiele gezinsvorming. En zoals bij elke scheiding voel je eerst pijn. Inmiddels zijn wij de enige familie van de wereld waar een kerk, een synagoge en een moskee naast elkaar kunnen staan zonder bloed te vergieten. Ik ben Mama Sranan en zorg sinds 25 november 1975, zoals het hoort, in vrijheid onder onze eigen vlag voor mijn kinderen.